Oude Raamstraat
DUIFJE GAARKEUKEN-PEPER
2 juli 1875 (Amsterdam) - 31 augustus 1942 (Auschwitz)
OUDE RAAMSTRAAT 11
Duifje Peper trouwde op 20 juni 1900 in Haarlem met haar neef Simon Gaarkeuken. Hij was koopman. Zij kregen twee kinderen van wie de oudste, Elisabeth (12-5-1901), als baby van 10 maanden overleed. Simon Gaarkeuken overleed op 3 maart 1941 (71 jaar oud) en werd begraven op de Joodse Begraafplaats in Haarlem.
Na de dood van haar man woonde Duifje samen met haar ongetrouwde zoon Michiel in de Oude Raamstraat 11, waar zij samen met haar zoon een fruithandel dreef. Bij een razzia op 25 augustus 1942 werd zij opgepakt en op 27 augustus 1942 gedeporteerd naar Westerbork.
Deportatie uit Westerbork op 28 augustus 1942.
Vermoord in Auschwitz op 31 augustus 1942.
Zij werd 67 jaar.
MICHIEL SIMON GAARKEUKEN
3 februari 1903 (Haarlem) - onbekend
OUDE RAAMSTRAAT 11
Michiel Simon Gaarkeuken woonde samen met zijn moeder in de Oude Raamstraat 11. Hij was tuinder en fruithandelaar. Met een handkar doorkruiste hij Haarlem en omstreken om sinaasappels te verkopen. Vanuit zijn huis verkocht hij daarnaast boeken, van puzzelboekjes tot politieke brochures.
Van jongs af aan was Michiel (roepnaam Chiel) actief in verschillende sociaal-anarchistischeen anti-militaristische organisaties. Ook was hij lid van landelijke jongerenbonden voor Geheelonthouders, Vegetariërs, Vredesactivisten, de Proletarische Vrije Lichaamskultuur en het Verbond Opstandige Jeugd. Hij was een fervent schrijver van ingezonden stukken in het Haarlems Dagblad en De Vrije Socialist over onder andere drank- en nicotine bestrijding, geheelonthouding, proletarische jeugdbewegingen, vredesconferenties en socialisme, te lage lonen voor arbeiders en slechte wegen in Haarlem. Ook hield hij voordrachten voor het Internationaal Anti-Militaristisch Verbond. In de jaren 30 nam hij in De Vrije Socialist stelling tegen het opkomende antisemitisme. Door zijn politieke activiteiten en felle polemieken stond hij bij de Centrale Inlichtingen Dienst bekend als revolutionair en ‘propagandist Internationaal Anti-Militaristisch Verbond’.
Om uit handen van de Duitsers te blijven, liet Michiel zich op 7 augustus 1942 opnemen in het Provinciaal Ziekenhuis te Santpoort. Daar waren meer Joodse onderduikers. Op 4 januari 1943 begon de ontruiming van het ziekenhuis. Toen de patiënten en personeelsleden gedwongen werden te evacueren naar andere instellingen, liep Michiel weg. Op 16 januari 1943 werd hij opgenomen in de Joodse psychiatrische inrichting ‘Het Apeldoornsche Bosch’, waar zijn neef Magiel Gaarkeuken al vanaf 1919 werd verpleegd. Een paar dagen later werdhet Apeldoornsche Bosch met geweld ontruimd. Alle patiënten en een deel van het verzorgende personeel werden rechtstreeks naar Auschwitz gedeporteerd. Daar zijn ze op 25 januari 1943 vermoord.
Het is onbekend of Michiel bij dit rechtstreekse transport vanuit het Apeldoornsche Bosch naar Auschwitz zat. Misschien is hij opnieuw gevlucht, toen op 20 januari 1943 werd gewaarschuwd dat de ontruiming eraan kwam. Vanaf dat moment ontbreekt van hem elk spoor.
Vermist in de Sjoa
Hij werd ongeveer 40 jaar