Van der Vinnestraat

HEDWIG WALLACH-PHILIPS
5 mei 1877 (Ruhrort) - 28 september 1942 (Auschwitz)

VAN DER VINNESTRAAT 9

Hedwig was sinds 1932 weduwe van Bernard Wallach. Ze runde na zijn dood de S. Wallach Wwe Sons sigarenfabriek in Linz am Rhein. Ook was er een winkel in Keulen. 
Hedwig vluchtte na de Kristallnacht in 1939 samen met haar dochter Charlotte Regina naar haar dochter Anni, die zich al in 1933 in Nederland had gevestigd. Hedwig woonde in bij de ouders van haar schoonzoon Henri Hoek. Haar beide dochters hebben de oorlog in onderduik overleefd. 

In Keulen ligt voor haar voormalige woning, Wichterchstrasse 26 ook een Stolperstein.

Deportatie uit Westerbork op 25 september 1942.

Vermoord in Auschwitz op 28 september 1942.

Zij werd 65 jaar.

JACQUES HOEK
25 februari 1880 (Goor) - 23 april 1943 (Sobibor)

VAN DER VINNESTRAAT 9

Jacques Hoek heeft zich in 1904 in Amsterdam gevestigd. Hij was van beroep bouwkundige en handelsreiziger. Op 10 juni 1908 is hij in Amsterdam getrouwd met Roosje Prins. Later zijn ze in Haarlem in de Van der Vinnestraat 9 gaan wonen. 

Deportatie uit Westerbork op 20 april 1943.

Vermoord in Sobibor op 23 april 1943.

Hij werd 63 jaar.

ROOSJE HOEK-PRINS
11 oktober 1881 (Arnhem) - 23 april 1943 (Sobibor)

VAN DER VINNESTRAAT 9

Roosje Prins werd geboren in Arnhem, helaas stierf haar moeder kort na haar geboorte. Haar vader is nooit hertrouwd. Ze heeft met haar vader in verschillende werelddelen gewoond. Toen ze op 10 juni 1908 trouwde met Jacques bevond  haar vader zich in Chicago, van waaruit hij bij notariële akte toestemming tot het huwelijk gaf.

Roosje kreeg samen met Jacques drie kinderen, twee zoons en een dochter. Dochter Edinaoverleed in 1929 op 17-jarige leeftijd. 

Deportatie uit Westerbork op 20 april 1943.

Vermoord in Sobibor op 23 april 1943.

Zij werd 61 jaar.

HENRI HOEK
9 maart 1909 (Rotterdam) - 21 mei 1943 (Sobibor)

VAN DER VINNESTRAAT 9

Henri was een intelligente jongen. Hij studeerde natuur- en scheikunde en was sinds september 1935 leraar natuur- en scheikunde aan het Gemeentelijk Gymnasium te Doetinchem. Hij was een jong en veelbelovend leraar, jeugdig met zijn leerlingen in hun spel, stipt in de les en veeleisend voor zichzelf. Naast zijn schoolwerk vond hij nog tijd voor het schrijven van een dissertatie. Zijn leerlingen mochten hem graag, want zij wisten wat zij aan hem hadden.

Hij was een voorbeeld van ijver en studiezin. Onder de collega’s was hij gezien om zijn helder oordeel en zijn kameraadschappelijkheid. Het mobilisatiejaar 1939 was zwaar voor hem. Een grote drukte op school in verband met afwezigheid van de rector die hij verving en een leraar wiskunde, wiens vervanging hem veel zorg bracht.  Een ziekte die ongetwijfeld het gevolg was van de spanningen kwam hij weer te boven en in de nieuwe cursus 1940-1941 was hij weer flink als voorheen op zijn post, met grote ambitie vervulde hij weer zijn werk. Op 22 november 1940 moest hij als Jood zijn leraarsbetrekking neerleggen. Energiek pakte hij aan wat hij kon vinden. Hij ging terug naar zijn ouderlijk huis in Haarlem en vond een nuttige werkkring.

Tijdens zijn verblijf in Doetinchem had hij kennis gemaakt met Anna Susanna (Anni) Wallach, een Duitse vluchteling die in 1933 in Enschede was komen wonen en werken. Ze verloofden zich op 29 december 1941 trouwden op 26 februari 1942 in de synagoge in Enschede. Henri moest onderduiken. In die tijd was hij nog vol goede moed: energiek, opgewekt, ernstig, maar niet mismoedig. Toen hij van het ene adres naar het andere moest vertrekken werd hij onderweg opgepakt en naar Westerbork gebracht. 

Zijn vrouw schreef en illustreerde het boekje ‘Ha-ha, Ja ja’, voor de verjaardag van Henri op 9 maart 1943 , met (aan)tekeningen over hun leven. Anni overleefde de oorlog. 

Deportatie uit Westerbork op 18 mei 1943.

Vermoord in Sobibor op 21 mei 1943.

Hij werd 34 jaar.

THEODOOR ANDRIES HOEK
19 augustus 1925 (Haarlem) - 4 juni 1943 (Sobibor)

VAN DER VINNESTRAAT 9

Theo Hoek was een nakomertje in het gezin Hoek. In  september 1941 moest hij noodgedwongen zijn schoolopleiding voortzetten op het Joods Lyceum. De Nazi’s hadden bepaald dat Joodse leerlingen niet meer op reguliere scholen mochten zitten. Vanaf september 1941 moesten alle Joodse middelbare school leerlingen daarom naar het Joods lyceum, dat gevestigd was aan de Wilhelminastraat 43a. (op last van de Duitse bezetter toen Schouwburgstraat geheten). Theo kwam in klas 5 van HBS-B. 

Deportatie uit Westerbork op 1 juni 1943.

Vermoord in Sobibor op 4 juni 1943.

Hij werd 17 jaar.

Vorige
Vorige

Veenbergplein

Volgende
Volgende

Duvenvoordestraat