Dickmansstraat
ISAÄC COLMANS
5 februari 1865 (Amsterdam) – 31 augustus 1942 (Auschwitz)
DICKMANSSTRAAT 14
Isaäc Colmans werd 5 februari 1865 aan de Weesperstraat 82 in Amsterdam geboren als middelste van de vijf kinderen van Levie Colmans en Mietje Liepman Diamant. Isaäc verhuisde verschillende malen met zijn ouders mee binnen Amsterdam-oost, voordat hij op 4 maart 1891 in Weesp trouwde met de 20-jarige Marianne Trompetter.
Zij woonden korte tijd in de Zwammerdamstraat en de Nieuwe Hoogstraat, en daarna in de Deymanstraat, waar hun dochter Mina werd geboren. Isaäc was diamantslijper van beroep en vertrok met vrouw en kind in 1896 naar Antwerpen. In 1900 keerde het gezin terug naar Amsterdam. In de jaren 1922-1924 woonde Isaäc opnieuw een tijdje in Antwerpen en Borgerhout, terwijl Marianne en Mina in Amsterdam bleven – toen op Ingogostraat 10. In 1931, na Isaäcs pensionering, is het gezin verhuisd naar de Dahlialaan 17 in Bloemendaal en zomer 1934 naar de nieuwbouwwoning aan de Dickmansstraat.
Op 24 augustus 1942 bezorgde de bezetter bij een groot aantal Joden in Haarlem een oproep om zich te melden voor transport naar het oosten. Omdat zich veel minder Joden meldden dan er ‘besteld’ waren, werd in de nacht van 25 op 26 augustus een grote razzia gehouden. Daarbij werden ook Isaäc en zijn vrouw opgehaald. Op hun registratiekaart staat ‘ohne Aufruf’. De trein die bij de Westergracht klaar stond bracht hen op 26 augustus in Westerbork. Daarvandaan werden zij twee dagen later naar Auschwitz getransporteerd. Samen met 108 andere Haarlemse Joden werden zij daar op 31 augustus vermoord.
Isaäc had drie broers en een zus, die samen ten minste 18 kinderen en 36 kleinkinderen hebben gekregen. Het overgrote deel daarvan is ook in de Holocaust omgebracht. Enkelen hebben het kamp overleefd of hebben kunnen onderduiken, zodat er toch verschillende nabestaanden in leven zijn.
Deportatie uit Westerbork op 28 augustus 1942.
Vermoord in Auschwitz op 31 augustus 1942.
Isaäc werd 77 jaar.
MARIANNE COLMANS-TROMPETTER
3 mei 1870 (Amsterdam ) – 31 augustus 1942 (Auschwitz)
DICKMANSSTRAAT 14
Marianne Trompetter werd op 3 mei 1870 in de Bethaniënstraat 37 in Amsterdam geboren als zevende van acht kinderen van de diamantslijper Lion Alexander Trompetter en zijn vrouw Sara de Wit. Marianne trouwde op 4 maart 1891 met Isaäc Colmans, eveneens diamantwerker. Marianne en Isaäc kregen één kind, dochter Mina, die op 3 augustus 1895 werd geboren in de Deymanstraat. Na op verschillende adressen in Amsterdam en Antwerpen gewoond te hebben, verhuisde het gezin in 1931 naar de Dahlialaan in Bloemendaal, waar Mina op 5 november van dat jaar trouwde met de 17 jaar oudere fabrikant Johannes Schotanus uit Friesland. Dat huwelijk was kinderloos en duurde niet lang, want Johannes overleed op 10 september 1935, een jaar na hun verhuizing naar de Dickmansstraat.
Marianne werd samen met Isaäc bij de grote Haarlemse razzia van 26 augustus 1942 (‘ohne Aufruf’) opgepakt en naar Westerbork overgebracht. Daar werd zij twee dagen later doorgestuurd naar Auschwitz, om op 31 augustus vermoord te worden. Mina werd niet opgepakt. Misschien was ze niet thuis of speelde haar huwelijk met een niet-Jood een rol. Zij is in 1943 ondergedoken en overleefde de oorlog, daarna woonde zij in het Gooi. In 1955 trouwde zij opnieuw met een oudere man, Pieter Eekel uit Weesp, maar ook die overleed slechts enkele jaren na het huwelijk. Mina zelf overleed in 1989.
Mariannes broer Arthur is in 1943 in Auschwitz vermoord, met zijn vrouw Leonora. De andere zes broers en zussen van Marianne waren reeds voor de oorlog overleden. Voor zover bekend zijn van hen nagenoeg geen nabestaanden in leven.
Deportatie uit Westerbork op 28 augustus 1942.
Vermoord in Auschwitz op 31 augustus 1942.
Marianne werd 72 jaar.
ANGÈLE WORKUM-KOE
3 maart 1875 (Amsterdam ) – 22 oktober 1943 (Auschwitz)
DICKMANSSTRAAT 57
Angèle Koe is op 3 maart 1875 geboren in Parijs. Ze was het vijfde kind van de 12 die Nathan Koe en Evalina Slijper in totaal kregen. Na verblijf in Londen en toen lange tijd Parijs kwam het gezin begin 1884 in Amsterdam wonen, op de Wagenaarstraat 2. Angèle trouwde op 26 oktober 1899 met de 12 jaar oudere diamantslijper Hartog Workum. Getuigen voor Angèle waren haar oudste broers, Aron en Ezechiel.
Ook Hartog en Angèle vestigden zich in Amsterdam, op nummer 84 van de 2e Jan van der Heijdenstraat. In augustus 1900 werd hun zoon Jacob Hartog geboren, en in oktober 1906 hun dochter Evaline. In 1904 namen zij Hartogs broer Samuel in huis, totdat die een half jaar later overleed. Op 24 oktober 1937 overleed Angèles man Hartog, 74 jaar oud. Zij woonden toen nog in Amsterdam, op nummer 107 in de Roerstraat. In april 1940 verhuisde Angèle met haar twee kinderen, die voor zover bekend altijd thuis zijn blijven wonen, naar de Dickmansstraat in Haarlem. Zij waren de eerste bewoners van dat huis. Maar ze hebben er niet lang gewoond.
Want eind augustus 1942 is Angèle ondergedoken, het is onbekend waar. Rond 1 oktober 1943 is het gezin niettemin opgepakt en naar Westerbork gebracht. Vanuit Westerbork werden zij op 19 oktober naar Auschwitz getransporteerd, alwaar Angèle drie dagen later werd vermoord. De elf broers en zussen van Angèle hadden meer dan 20 kinderen en meer dan 30 kleinkinderen. Een flink aantal van deze nazaten van Nathan Koe en Evalina Slijper heeft de Holocaust heeft overleefd–lang niet allemaal in Nederland maar ook in Frankrijk, waar een deel net als Angèle was opgegroeid, in de VS, en nog elders.
Deportatie uit Westerbork op 19 oktober 1943.
Vermoord in Auschwitz op 22 oktober 1943.
Angèle werd 68 jaar.
JACOB HARTOG WORKUM
24 augustus 1900 (Amsterdam) – 31 maart 1944 (Polen)
DICKMANSSTRAAT 57
Jacob Hartog Workum is op 24 augustus 1900 in Amsterdam geboren, in de 2 e Jan van der Heijdenstraat, als eerste kind van Hartog Workum en Angèle Koe. Hij draagt de namen van zijn kort daarvoor overleden grootvader van vaderskant, die eveneens Jacob Hartog heette (1831-1899).
Volgens het bevolkingsregister woonde Jacob bijna twee jaar, van mei 1911 tot februari 1913, bij zijn tante Eva Workum en haar man Jacob Vos in de Jodenbreestraat te Amsterdam, net in de tijd dat Eva daar haar eerste kind, dochter Selma, kreeg. Voor zover bekend is Jacob, die van beroep kantoorbediende was, daarna altijd bij zijn vader en moeder blijven wonen, en in 1940 met zijn moeder en zus mee verhuisd naar de Dickmansstraat in Haarlem, nadat zijn vader drie jaar eerder was overleden.
Eind augustus 1942 is Jacob ondergedoken. Niettemin werd hij rond 1 oktober 1943, met zijn moeder, zus en zwager, opgepakt en in Westerbork gevangen gezet. Op 19 oktober werden zij allen richting Auschwitz getransporteerd. Jacob is in Auschwitz niet direct vermoord maar als dwangarbeider in de werkkampen van die regio ingezet. Bij de telling van 1 april 1944 is hij niet meer aangetroffen, als gevolg waarvan zijn overlijden administratief is vastgesteld op 31 maart 1944. Hij kan ook in de weken of maanden daarvoor vermoord of bezweken zijn in één van de vele kampen op het grondgebied van het huidige Polen.
Jacobs vader Hartog had drie broers en drie zussen, onder wie de genoemde tante Eva. Die zijn allenvoor de oorlog overleden, en hebben voor zover valt na te gaan één nog levende nabestaande, een zoon van tante Eva’s dochter Selma.
Deportatie uit Westerbork naar Auschwitz op 19 oktober 1943.
Vermoord in Polen op of voor 31 maart 1944.
Jacob werd 43 jaar.
EVALINE HEIDT-WORKUM
30 oktober 1906 (Amsterdam) – 22 oktober 1943 (Auschwitz)
DICKMANSSTRAAT 57
Evaline Workum is op 30 oktober 1906 geboren in de 2 e Jan van der Heijdenstraat te Amsterdam, in het gezin van Hartog Workum en Angèle Koe. Zij is vernoemd naar haar grootmoeder van moederszijde, Evalina Slijper (1847-1943).
Evaline was typist van beroep en woonde bij haar ouders. Zij heeft zich op 21 december 1939 verloofd met Alfred Israel Heidt, die op 3 mei 1909 in Keulen geboren was en die samen met zijn moeder Berta Hedwig Heidt-Stamm aan de Meentweg in Bussum woonde. Alfred had een bedrijf in hotelzilver en andere benodigdheden voor de horecasector dat hij in 1935 van zijn oom Max Heydt had overgenomen. Evaline en Alfred trouwden in de oorlog op 11 december 1941. Als gevluchte Duitse Jood was Alfred staatloos en Evaline nam op de koop toe dat zij dat zelf ook werd door haar huwelijk. Joden mochten toen al niet meer officieel verhuizen. Waar Evaline en Alfred na hun huwelijk feitelijk verbleven is onbekend – in Haarlem, in Bussum of nog elders.
Maar ze hielden in ieder geval contact met haar moeder en broer, ook nadat die ondergedoken waren. Want Evaline is rond 1 oktober 1943 tegelijk met haar man, broer en moeder opgepakt en naar Westerbork gebracht. Vanuit Westerbork werden zij op 19 oktober naar Auschwitz getransporteerd, alwaar Evaline drie dagen later werd vermoord. Alfred was als jonge man in Auschwitz niet direct vermoord maar als dwangarbeider in één van de kampen van die regio aan het werk gezet. Ergens tussen oktober 1943 en april 1944 is hij daar vermoord of bezweken.
Deportatie uit Westerbork op 19 oktober 1943.
Vermoord in Auschwitz op 22 oktober 1943.
Evaline werd 36 jaar.