Zijlvest
ELISABETH BINO
8 september 1875 (Den Haag) - 1 oktober 1942 (Auschwitz)
ZIJLVEST 25
Elisabeth Bino (roepnaam Bets) werd in Den Haag geboren als dochter van de koopman Levie Bino en Rozetje Weyl. Zij groeide op met vier zussen en twee broers, van wie alleen haar oudste zus Sara de oorlog overleefde. De familie verhuisde van Den Haag naar Rotterdam en woonde vanaf de jaren 80 van de 19de eeuw op verschillende adressen in Amsterdam. Vanaf 1926 vinden we Elisabeth op een aantal adressen in Haarlem (als laatste op de Zijlvest 25), waar ze werkte als kantoorbediende. Ze verhuurde er ook kamers. Elisabeth Bino bleef ongehuwd.
Mogelijk is Elisabeth opgepakt tijdens de razzia in Haarlem op 25 augustus 1942. In ieder geval is zij de volgende dag, op 26 augustus, gedeporteerd naar Westerbork. Één van haar medegevangenen, Werner Stertzenbach, schreef op 17 september 1942 in een brief aan zijn geliefde: ‘Vanavond ben ik ook bij Bets Bino geweest. Zij is al weken hier in het ziekenhuis en lijdt nog aan haar operatie van de maag. Zij is wel wat opgewonden, maar maakt het trouwens goed. Zij heeft mij veel verteld, teveel om te schrijven. Ik heb haar gevraagd, of zij iets nodig had. Zij wou eerst niets accepteren omdat zij niemand op kosten drijven wil. Nadat ik haar dat uitgepraat had, kwam zij voor den dag, dat zij winterkousen, een wollen jurk, vest (maat 38) of bloes nodig heeft. […] Zij moet natuurlijk dieet-eten hebben, wat hier niet meevalt. Ik zal haar condensmelk, ontbijtkoek, beschuit, honing en boter brengen en fruit. Als het aan de familie niet mogelijk zal zijn, wil jij haar dan een pakje met dergelijke dingen sturen?’ Op dinsdag 29 september 1942 schreef hij: ‘Dan heb ik nog een treurige mededeling te maken. Bets Bino is maandag op transport gesteld. Zij kon niet lopen, omdat zij te zwak was en is per brancard naar het station gebracht!!’
In Auschwitz is Bets Bino meteen na aankomst vermoord.
Deportatie uit Westerbork op 28 september 1942.
Vermoord in Auschwitz op 1 oktober 1942.
Zij werd 67 jaar.
HARTOG PAARDEBEK
31 augustus 1893 (Haarlem) - 16 december 1944 (Neuengamme)
OUDE ZIJLVEST 43
Hartog Paardebek was het jongste kind van koopman Marcus Paardebek. Na het vroege overlijden van zijn vader (in 1908) werd hij al op jonge leeftijd kostwinner van het gezin, waardoor hij vrijstelling kreeg voor het leger.
Hartog had een groothandel in textielartikelen en lompen in Haarlem. In 1920 trouwde hij met de niet-Joodse Maria Theresia Josephina van Gorp. Ze kregen één kind: Marcus (Max) Paardebek, die de oorlog heeft overleefd. Na de oorlog heeft deze het textielbedrijf van zijn vader opnieuw opgericht en voortgezet.
Waarschijnlijk is Hartog ondergedoken en verraden. In ieder geval kwam hij in 1944 als strafgeval in kamp Vught terecht. Vanuit kamp Vught is hij vermoedelijk met het laatste transport van 3 juni 1944 naar Auschwitz gedeporteerd en vanuit Auschwitz naar Neuengamme.
Deportatie uit kamp Vught naar Auschwitz op 3 juni 1944.
Vermoord in Neuengamme op 16 december 1944.
Hij werd 51 jaar.