JOACHIM ZUREL
15 juni 1901 (Amsterdam) - 30 april 1943 (Sakrau)

LEIDSESTRAAT 24 RD

Joachim Zurel kwam uit een grote Amsterdams familie met acht dochters en vier zonen, van wie één dochter en één zoon als baby’s overleden. Joachim was van beroep lompensorteerder en had in de jaren 30 enige tijd samen met zijn broer Mozes een lompenhandel in Haarlem.

Op 28 mei 1924 trouwde Joachim in Haarlem met Rachel Matteman. Samen kregen zij vier kinderen, Benedictus (1925), Eliazar (1928), Abraham (1929) en Martha (1930). Op 1 november 1930 overleed Rachel, vijf dagen na de geboorte van hun jongste dochter Martha. Martha werd opgenomen in het gezin van Joachim’s zus Engeltje Tierlier-Zurel in Zeist. Zij overleefde de oorlog niet. Martha werd 12 jaar. Op 5 oktober 1932 hertrouwde Joachim in Haarlem met de weduwe Catharina de Vries, met wie hij in 1938 nog een zoon kreeg, Joseph.

Joachim Zurel, zijn broer Mozes en later ook Joachim’s oudste zoon Benedictus waren lid van de HDC, de Haarlemsche Damclub. Zij waren getalenteerde dammers. Joachim bracht het tot de eerste klasse van de damcompetitie en wordt regelmatig genoemd in de wedstrijdberichten en verslagen, zelfs als kanshebber van de kampioenstitel van de Haarlemse club. Ze hadden het niet van een vreemde: grootvader Zurel speelde al in de Amsterdamse damcompetitie, bij Damclub D.O.S. (Door Oefening Sterker). Ook andere leden van de familie Zurel speelden op verschillende niveaus in de regionale en landelijke damcompetitie. 

Het gezin Zurel heeft niet gereageerd op de eerste oproep van 23 augustus 1942 aan alle Haarlemse Joden om zich te melden. Vermoedelijk zijn ze opgepakt tijdens de razzia’s van de dagen erna. Op 26 augustus 1942 kwam Joachim samen met zijn vrouw Catharina en zijn vier zonen aan in Westerbork. Twee dagen later werden zij op transport gesteld naar Auschwitz.

In Cosel, ongeveer 80 km. ten westen van Auschwitz, werd Joachim gedwongen uit de trein te stappen, samen met zijn zoon Benedictus en andere mannen tussen de 15 en 50 jaar. De geselecteerde mannen werden als dwangarbeider tewerkgesteld in werkkampen in de buurt van Auschwitz, waaronder Sakrau dat ook als doorgangskamp en ziekenkamp functioneerde. Voor Joachim was Sakrau het eerste kamp nadat hij in Cosel de trein moest verlaten. In welk kamp hij gestorven is, is onbekend. Zijn officiële sterfdatum is vastgesteld op 30 april 1943.Dit is een verzameldatum die er op duidt dat hij toen niet meer in leven was en zijn precieze overlijdensdatum onbekend is. 

Deportatie uit Westerbork naar Auschwitz op 28 augustus 1942.

Vermoord in Sakrau of één van de andere kampen rond Auschwitz op, of vóór, 30 april 1943.

Hij werd 41 jaar.