Iordensstraat
ROSA BENJAMINOWNA RETTICH-IDELSOHN
22 juli 1865 (Žagarė, LT) – 9 april 1943 (Sobibor)
Iordensstraat 52
Rosa Idelsohn werd in 1865 geboren in Nowy Schagor, toen behorende tot het Russische tsarenrijk. Waarschijnlijk is de huidige plaats Žagarė bedoeld, in Litouwen aan de grens met Letland. Ze was verwant aan Abraham Zvi Idelsohn (1992-1938), de Joodse etnomusicoloog. Ze trouwde met Israel Lazar Rettich (1863-1933) uit de Galicische stad Tarnów ten oosten van Kraków, destijds behorende tot de Donaumonarchie, nu tot Polen.
Het echtpaar Rettich-Idelsohn woonde in Leipzig, en kreeg daar zes kinderen: Wilhelm, Julius, Regina, Robert, Amalia en Rudolf, waarvan Amalia slechts twee weken oud werd. Wilhelm Rettich (1892-1988) was componist en dirigent, maar ook Jood en pacifist. Hij kreeg al in februari 1933 een Berufsverbot en vluchtte naar Nederland, waar hij vanaf 1934 in Haarlem woonde. In oktober 1937 kwamen ook zijn moeder en zijn jongste broer Rudolf naar Haarlem – zijn vader was toen al overleden. Zij woonden enige tijd in bij Elisabeth Bino op de Zijlvest, en vanaf eind 1938 samen met Wilhelm op de Iordensstraat.
Wilhelm wist de oorlog te overleven, ondergedoken in de kelder van mejuffrouw Klinkhamer op de Huizerhoogt in Blaricum. Rosa was in 1940 met Rudolf naar de Tulpstraat in Hilversum verhuisd. Toen ze net als alle Joden eind 1942 naar Amsterdam moest, verhuisde ze naar de Recht Boomssloot in Amsterdam, in het huis waaruit de familie Leiserowitz kort daarvoor was weggevoerd. Of ze daar echt gewoond heeft is niet zeker. Het staat vast dat ze met Rudolf in Haarlem is opgepakt en naar Westerbork is overgebracht, van waaruit beiden op 6 april 1943 naar Sobibor werden gedeporteerd, ter vergassing.
Wilhelm wijdde zijn Symphonischen Variationen für Klavier und Orchester (op. 54) aan zijn vermoorde moeder, waarin hij thema’s uit de Hebräischen Liederschatz van Abraham Zvi Idelsohn verwerkte. Hij bereikte de hoge leeftijd van 96 jaar. Ook Julius heeft de oorlog overleefd, hij stierf in 1968. Van Regina en Robert konden we geen sporen vinden.
Deportatie uit Westerbork op 6 april 1943.
Vermoord in Sobibor op 9 april 1943.
Rosa werd 77 jaar.
RUDOLF RETTICH
25 augustus 1906 (Leipzig, D) – 9 april 1943 (Sobibor)
Iordensstraat 52
Van Rudolf hebben wij vrijwel geen andere informatie dan via de biografie van zijn 14 jaar oudere broer, de componist en dirigent Wilhelm Rettich. Rudolf is evenals Wilhelm geboren in Leipzig, uit ouders die van de oostrand van het Duitse taalgebied kwamen. Hij was de jongste van zes kinderen. Uit de registratie van de Joodse gemeente in Leipzig blijkt op welke adressen hij woonde – onder andere in de Gottschedstraβe waar ook de liberale synagoge stond. Als beroep staat het nietszeggende Angestellter genoteerd, wat zoveel is als medewerker.
Wilhelm was na de Eerste Wereldoorlog via Shanghai teruggekeerd uit Russische krijgsgevangenschap. In 1932 ging zijn koorcompositie Der Flug des Krieges in première. Dat leverde hem meteen na Hitlers machtsovername een Berufsverbot op, waarna hij naar Amsterdam vluchtte. In 1934 kreeg hij een aanstelling in Haarlem bij het Haarlems Muziek Instituut. Rudolf en zijn moeder volgden in oktober 1937, zij woonden ruim een jaar op de Zijlvest en vanaf eind 1938 samen met Wilhelm op de Iordensstraat.
Rudolf en zijn moeder werden in 1943 in Haarlem verraden en opgepakt en op 6 juli naar Sobibor gedeporteerd, waar zij bij aankomst werden vergast. Wilhelm heeft zijn Sinfonia Giudaica (opus 53) aan de nagedachtenis van zijn broer opgedragen.
Hij droeg tevens het lied Rebekka (opus 69, nummer 3a) dat hij in zijn onderduikkelder schreef, op aan zijn zuster Rebekka (Regina), van wie we overigens geen archiefsporen hebben kunnen vinden. Wilhelm overleefde in die kelder, keerde na de oorlog terug naar Haarlem (Schotersingel) en werd dirigent van de Hoofdstad Operette. Hij liet zich tot Nederlander naturaliseren, en trouwde met de sopraanzangeres Elsa Barther, met wie hij vaak op de radio te horen was. Zo werd hij stiefvader van haar dochter Hady Lang (1932-2010), die in 1953 naar de VS emigreerde en wier kinderen hem nog als opa gekend hebben.
Deportatie uit Westerbork op 6 april 1943.
Vermoord in Sobibor op 9 april 1943.
Rudolf werd 36 jaar.