Klein Heiligland
SALOMON MOK
13 september 1883 (Haarlem) – 31 augustus 1942 (Auschwitz)
Klein Heiligland 52rd
Koopman Salomon Mok komt op 5 juni 1934 op het adres Klein Heiligland 52rood met zijn gezin te wonen; zijn vorige adres op 40b is maar een paar deuren verder. Met de verhuizing gaat ook Sophia Mok mee, de zus van Moks echtgenote Saartje Esther. Zij wordt op de Haarlemse woningkaarten beschouwd als mede-hoofdbewoner, in tegenstelling tot Anna van Amerongen: die staat genoteerd als inwonende bij het gezin Mok.
Salomon Mok is een zoon van de melkbezorger Alexander Mok (1849-1925) en Gezina de Jong (1842-1898). Hij had twee broers en twee zussen. Zijn oudere zus Esther (1877-Sobibor 4 juni 1943) was tussen 1919 en 1940 directrice van “De Joodse Invalide” in Amsterdam en zijn oudere broer Samuel (1879-Sobibor 7 mei 1943) had een winkel in huishoudelijke artikelen op het adres Grote Houtstraat 153. Mogelijk werkte Salomon in de jaren 1930 samen met zijn broer Samuel in diens zaak. In de jaren 1920 was Salomon nog zelfstandig handelaar in huishoudelijke artikelen, toen wonende op de Spaarnwouderstraat 4. Op 12 december 1925 meldt het Haarlems Dagblad echter de vaststelling van zijn faillissement en de benoeming van een curator.
Salomons zwager Abraham Mok (1881-Auschwitz 17 september 1942) en diens vrouw Frederika Denneboom wonen aan de overkant op het adres Klein Heiligland 51zwart. Een andere Abraham Mok (1886-Auschwitz 31 augustus 1942) trekt in oktober 1936 in bij Salomon Mok op Klein Heiligland 52rood. Tot zijn transport naar Westerbork en verder blijft Abraham er wonen. Een volgende Joodse medebewoner arriveert in januari 1937. Dit is Benjamin Frijda (1887-16 maart 1942) die volgens de woningkaart op Klein Heiligland 52 overlijdt. Andere bronnen geven aan dat hij toen woonde op Mr. Cornelisstraat 60zw, samen met Sara van Geldere-Frijda. Een volgende medebewoner bij het gezin Mok is de magazijnbediende Hartog van Wassenaar (1921-1970), zoon van Ary van Wassenaar en de Joodse Grietje de Winter (1892-1950), die in december 1940 vanuit Amsterdam bij de familie Mok intrekt. Hij blijft maar een paar maanden en verhuist in februari 1941 naar Rotterdam.
Op Salomons kaart van de Joodse Raad staat vermeld dat hij zich zonder oproep had gemeld. Op de achterzijde van zijn kaart wordt de naam vermeld van zijn broer Josef Mok (1889 - Auschwitz, 28 januari 1943) wonend op het adres Camperstraat 48III in Amsterdam. Die notitie zal wellicht gemaakt zijn in de hoop dat Josef zijn broer Salomon en zijn gezin in Westerbork nog zou kunnen bijstaan. Een andere reden kan geweest zijn dat het jongste kind van Salomon Mok, Philip (1920-Sobibor 9 juli 1943), daar inwoonde. Hij staat daar bij de burgerlijke stand geregistreerd op 4 december 1942 maar trok waarschijnlijk al wat maanden eerder in bij zijn oom.
Op 28 oktober 1942 wordt op de Haarlemse woningkaart genoteerd dat Salomon met zijn echtgenote Saartje Esther Mok-Mok en met Sophia Mok en Anna van Amerongen is vertrokken naar Duitsland. Zoals gewoonlijk loopt de registratie achter op de feiten: alle betrokkenen zijn op 28 augustus 1942 op transport gegaan van Westerbork naar vernietigingskamp Auschwitz.
Deportatie uit Westerbork op 28 augustus 1942.
Vermoord in Auschwitz op 31 augustus 1942.
Hij werd 58 jaar.
SAARTJE ESTHER MOK-MOK
12 mei 1883 (Haarlem) – 31 augustus 1942 (Auschwitz)
Klein Heiligland 52rd
Saartje Esther is een dochter van Philip (1849-1919) en Paulina Mok (1842-1932). Zij huwt in 1913 met haar neef Salomon Mok. Behalve Salomons moeder Gezina de Jong zijn de ouders van bruid en bruidegom allemaal Mokken: Salomons vader is Alexander Mok en Saartje Esthers ouders zijn Philip en Paulina Mok.
Saartje Esther en Salomon krijgen in 1915 een levenloos geboren dochtertje. Daarna zijn hun kinderen Gezina (16 oktober 1916-kibboets Ramat Hakovesh, 21 maart 1983) en Philip (20 augustus 1920-Sobibor, 9 juli 1943) geboren.
Gezina Mok gaat al op jonge leeftijd het huis uit en werkt onder andere als dienstbode in Gorssel, noordelijk van Zutphen. Zij overleeft de oorlog in die omgeving en gaat na de oorlog naar Palestina en overlijdt in 1983 in kibboets Ramat Hakovesh. Gezina is bijna vier jaar ouder dan haar broer Philip. Haar ouders en zij hebben Philip waarschijnlijk geadviseerd bij vertrek uit het ouderlijk huis in de buurt van Gezina werk te zoeken.
Philip gaat op 15-jarige leeftijd uit huis en werkt in Baak ten zuiden van Zutphen en misschien ook in enkele andere plaatsen in de omgeving van Zutphen als landbouwknecht. Hij haalt in Zutphen in maart 1939 zijn diploma voor de bijzondere lagere landbouwschool. In januari 1939 wordt hij gekeurd voor de militaire dienst en na de algemene mobilisatie van augustus 1939 waarschijnlijk gestationeerd in het legerkamp in Schoorl. Zijn actieve diensttijd duurt maar kort: tot de capitulatie van mei 1940. Kortstondig zal hij in de jaren 1930 en begin 1940 af en toe thuis zijn geweest in Haarlem. Een laatste keer in januari/februari 1941. Philip woont daarna op de boerderij van de veehouder C. Akkerman in Schoorl en vervolgens, gedwongen door een bevel van de Duitse autoriteiten, vanaf de zomer of enige maanden later in 1942 bij zijn oom Josef Mok (1889 - Auschwitz, 28 januari 1943) op het adres Camperstraat 48III in Amsterdam. In die stad wordt hij bij een razzia opgepakt en op 10 februari 1943 opgesloten in Kamp Vught. Van daar volgt op 3 juli het transport naar Westerbork en vervolgens naar Sobibor. Er is in 2023 een struikelsteen voor hem gelegd in Schoorl (Bergen NH).
Philips vader Salomon en moeder Saartje Esther zijn bijna een jaar eerder dan hun zoon vermoord in Auschwitz.
Deportatie uit Westerbork op 28 augustus 1942.
Vermoord in Auschwitz op 31 augustus 1942.
Zij werd 59 jaar.
https://www.dutchjewry.org/genealogy/ndbeli/23122.shtml
Informatie Bauwe van Dijk (lezing legging stolperstein voor Philip) en Frans Leijen (biografie op website Joods Monument).
ABRAHAM MOK
10 september 1886 (Haarlem) – 31 augustus 1942 (Auschwitz)
Klein Heiligland 52rd
Abraham Mok, een achterneef van Salomon Mok, verhuist in oktober 1936 van Spaarnwouderstraat 9rood naar Klein Heiligland 52rood. Abraham is ongehuwd en heeft volgens de kaart van de Joodse Raad geen professioneel beroep. Zijn portretfoto is bewaard in de registratie van functionarissen van de Joodse gemeente in Haarlem. Hij was minjanist, dat wil zeggen beschikbaar om te helpen het minjan vol te maken: 10 volwassen mannen zodat een dienst in de synagoge doorgang kan vinden.
Op zijn kaart van de Joodse Raad staat aangetekend “zonder opr.!” (lees: zonder oproep). Misschien betekent deze aantekening dat Abraham Mok zichzelf gemeld heeft en dat hij wellicht voor vertrek koos in gezelschap van familieleden die wel een oproep hadden gekregen. Hij komt op 26 augustus 1942 aan in Westerbork en vertrekt van daar op transport naar Auschwitz op 28 augustus 1942.
Deportatie uit Westerbork op 28 augustus 1942.
Vermoord in Auschwitz op 31 augustus 1942.
Hij werd 55 jaar.
SOPHIA MOK
12 juni 1888 (Haarlem) – 31 augustus 1942 (Auschwitz)
Klein Heiligland 52rd
Sophia is een ongehuwde zus van Saartje Esther Mok-Mok. Vanaf 1932 verhuist zij telkens mee met haar zus. Haar portretfoto is bewaard in de registratie van functionarissen van de joodse gemeente in Haarlem. Zij was waakster bij de godsdienstige instelling Gemieloet Chassadiem. Die functie heeft haar niet beschermd tegen snelle deportatie: zij maakt deel uit van het eerste transport van Haarlemse joden naar Westerbork en verder.
Deportatie uit Westerbork op 28 augustus 1942.
Vermoord in Auschwitz op 31 augustus 1942.
Zij werd 54 jaar.
ANNA VAN AMERONGEN
8 oktober 1892 (Haarlem) – 31 augustus 1942 (Auschwitz)
Klein Heiligland 52rd
Anna woont vanaf 1932 in bij Salomon Mok en zijn gezin. Op de kaart van de Joodse Raad staat vermeld dat zij “handelaarste” is. Misschien werkte zij met Salomon Mok samen in de porseleinhandel. Haar portretfoto is bewaard in de registratie van functionarissen van de Joodse gemeente in Haarlem. Zij was waakster en dodenverzorgster bij de godsdienstige instelling Gemiloet Chassadiem. Die functie heeft haar niet beschermd tegen snelle deportatie: zij maakt deel uit van het eerste transport van Haarlemse joden naar Westerbork en verder. Op de achterzijde van de registratiekaart van de Joodse Raad staat de naam genoteerd van haar broer “D(avid) van Amerongen, Hendrick de Keyzerplein 19” in Amsterdam. Misschien heeft iemand van de Joodse Raad die notitie gemaakt in de hoop of verwachting dat die broer, die in 1926 van Haarlem naar Amsterdam was verhuisd, een nuttig contact voor haar kon zijn in Westerbork.
Anna was een dochter van Emanuel David van Amerongen en Mietje Glaser/Glazer. In Haarlem woonden haar broer Salomon van Amerongen (1881-Sobibor, 2 juli 1943) en haar zussen Sara de Vries-Van Amerongen (1891-Sobibor, 2 juli 1943) en Evelina Mok-Van Amerongen (1886-Auschwitz, 31 augustus 1942). In Amsterdam woonden behalve David haar broer Abraham (1884-Auschwitz, 24 september 1942) en zussen Alida (1889-Amsterdam, 8 april 1942) en Hendrika (1895-Auschwitz, 24 september 1942). Van de acht broers en zussen overleefde alleen Anna’s broer Louis van Amerongen (1882-1954) de oorlog. Hij woonde voor en na de oorlog in Haarlem.
Deportatie uit Westerbork op 28 augustus 1942.
Vermoord in Auschwitz op 31 augustus 1942.
Zij werd 49 jaar.