BETSY HILVERSUM
30 april 1919 (Haarlem) – 30 april 1943 (Sobibor)

Scheepersstraat 1 rood

Betsy Hilversum was de derde dochter van Ester Hilversum. Twee jaar na Betsy werd haar broer Salomon geboren. Haar ouders waren toen Betsy geboren werd niet getrouwd, vandaar dat zij en haar zussen en broer de naam Hilversum kregen. Nadat Ester getrouwd was met Manuel van Gelderen, de vader van deze kinderen, kregen zij nog acht kinderen die Van Gelderen heetten.

De ouders en hun kinderen woonden in de Korte Begijnestraat in het centrum van Haarlem. In januari 1942 vertrok zoon Salomon Hilversum, 21 jaar oud, vanuit de Korte Begijnestraat met zijn zeer jonge zwangere vrouw naar de Scheepersstraat 1 rd. Daar werd in de zomer hun zoon Peter geboren. Intussen was Betsy ook in verwachting. Maar zij werd verlaten door de vader van haar kind, Simon Zwaan, en trok bij haar broer in aan de Scheepersstraat 1rd. Op 13 november 1942 werd daar haar dochtertje Ester Heintje Elisabeth geboren. Betsy en haar dochter stonden ook in Den Haag ingeschreven, inwonend op het adres Schedeldoekshaven 66. Het is onbekend vanaf wanneer en hoelang zij daar verbleef.

Half februari 1943 kregen alle Joodse Haarlemmers het bericht dat zij moesten vertrekken. Salomon woonde toen met zijn gezin nog in de Scheepersstraat. Of Betsy en haar dochtertje er toen ook nog woonden is onduidelijk. Wel weten we dat Betsy tijdens een familiebezoek in Amsterdam samen met haar 5 maanden oude baby en haar broer Salomon is opgepakt. Zij was, volgens de familieverhalen, waarschijnlijk op zoek naar de vader van haar kind. Salomon wist uit de Hollandsche Schouwburg waar hij naar toe was gebracht, te ontsnappen en vertrok eind mei officieel uit Haarlem naar Amsterdam en ging onderduiken.

Betsy werd kort nadat ze was opgepakt naar Westerbork getransporteerd.

Deportatie uit Westerbork op 27 april 1943.

Vermoord in Sobibor op 30 april 1943 (haar verjaardag).

Betsy werd 24 jaar.